Een aantal gedachten hierbij:
@Frederik: morgen krijgen jullie een update na de volledige speeldag. Een kleine teaser: we staan er nog steeds goed voor en moeten (nog) niet panikeren.
@Boer uit Waregem: Ik doe dit niet omdat het per se nuttig hoeft te zijn – ik doe dit vooral omdat het leuk is om te doen 😉
@mogul: ik begrijp wat je bedoelt, maar voor mij gaat het niet over ‘geloof’ of niet. Het zijn 1 000 000 simulaties van hoe de competitie kan verlopen. Daaruit halen we kansen voor de uitkomsten. In de realiteit ontvouwt zich slechts 1 van uitkomsten. Alle modellen zijn fout, maar toch geloof ik dat zulke modellen en simulaties hun plaats hebben naast alle andere aspecten van het voetbal (zo vind ik ook de psychologie van sport enorm interessant). We kunnen er wel degelijk dingen uit leren. Het laat bv. toe om rekening te houden met alle programma’s van alle ploegen, wat tot genuanceerdere uitspraken en conclusies kan leiden (morgen een voorbeeldje daarvan 😉). Zo is het ook duidelijk dat als we promotie nu uit handen geven (voor Lommel SK een 94% kans ofzo) -met alle programma’s en vorige resultaten in rekening gebracht - we het echt verkl**t hebben.
Wat betreft ‘voetbal is onvoorspelbaar’, ga ik voor een stuk akkoord, maar wil ik ‘, punt’ toch nuanceren: een van de redenen waarom we allemaal van voetbal houden, is inderdaad voor een deel de onvoorspelbaarheid. Voetbal is een sport met erg lage scores, wat op het niveau van een enkele match voor een ‘David vs Goliath’-effect kan zorgen: in een enkele match kan de gedoodverfde underdog (Lommel SK) Goliath (Essevee) een loer draaien. Daarom zijn toernooien zoals de Beker/Champions League/EK/WK zo interessant: een team als Griekenland kan voor korte tijd boven zichzelf uitstijgen. Dit effect maakte (voor een stuk) ook de play-offs zo interessant, als mini-toernooitje op het einde van de competitie. In een sport zoals tennis, met veel hogere scores en waarbij je dus veel meer (doel)punten nodig hebt om te winnen, zie je dit soort situaties (zowel binnen een wedstrijd als op een toernooi) veel minder – wat de voorspelbaarheid erg vergroot.
In een langere, klassieke competitie is die onvoorspelbaarheid door de opeenvolging van vele wedstrijden veel minder aanwezig en krijg je het fenomeen ‘regression to the mean’: op het einde zal elk team min of meer op zijn plaats terechtkomen (naar talent/skills/… - breed geinterpreteerd). Daarom is voetbal op het ‘competitie’-niveau helemaal niet zo onvoorspelbaarheid als je stelligheid laat uitschijnen. En gelukkig maar: stel dat we op dat niveau ook onvoorspelbaarheid zouden hebben, dan zou de impact van talent en skill op het spelletje veel te klein zijn om genietbaar te zijn voor ons, fans.